Ton Stam Schagen

Cholesterol uitgelegd

Het is essentieel bij de opbouw van cellen en weefsels en is een grondstof bij de vorming van hormonen, vitamines en galzuren. Ook helpt het bij de bouw van het zenuwstelsel.
Er zijn twee soorten nl. goede HDL cholesterol en slechte LDL cholesterol.

Verstoppingen

Cholesterol is een vetachtige stof die in alle cellen van ons lichaam voorkomt. De stof wordt getransporteerd in de vorm van eiwitdeeltjes, de zogenaamde lipoproteënen.
Hiervan maakt het lichaam verschillende soorten aan. De twee bekendste zijn Low-Density-Lipoproteïnen (LDL) en High-Density-Lipoproteïnen (HDL). LDL wordt ook wel het slechte cholesterol genoemd. LDL vervoert cholesterol via het bloed naar de rest van het lichaam, waar het bijvoorbeeld nodig is voor het herstellen van beschadigingen in weefsels. Maar bij een teveel aan LDL-cholesterol kan dit blijven plakken in de binnenwand van bloedvaten. Dit kan verstoppingen veroorzaken, met als gevolg hart- en vaatziekten. HDL voert het teveel aan cholesterol af naar de lever en is daarom het goede cholesterol.

Hou het cholesterolgehalte onder controle

Cholesterol wordt voor het grootste deel aangemaakt in ons lichaam, door de lever. Daarnaast krijgen we de stof binnen via voedingsmiddelen, zoals eieren, orgaanvlees, paling en garnalen. Maar vlees, worst, spek, roomboter, kaas, chocolade en allerlei andere vette voedingsmiddelen bevatten grote hoeveelheden verzadigd vet dit wordt in de lever omgezet in het slechte cholesterol.
Uit onderzoek is gebleken dat verzadigde vetten meer invloed hebben op het cholesterolgehalte dan het cholesterol in de voeding. Belangrijker nog dan het mijden van cholesterolrijke producten is het daarom verstandig om producten met veel verzadigde vetten te beperken.

Het is van belang het cholesterolgehalte onder controle te houden. Een hoog cholesterolpeil is naast erfelijkheid, roken, leeftijd en een hoge bloeddruk een grote risicofactor bij het ontstaan van hart- en vaatziekten.

Uitleg cholesterolwaarden

Je cholesterolgehalte wordt bepaald met een bloedtest. Uit de bloedtest komt een waarde voor het totale cholesterol. Daarnaast worden ook het LDL-, HDL- en het triglyceridengehalte van het bloed gemeten.

Je cholesterolgehalte wordt bepaald met een bloedtest. Uit de bloedtest komt een waarde voor het totale cholesterol. Daarnaast worden ook het LDL-, HDL- en het triglyceridengehalte van het bloed gemeten.

Total cholesterol
  • gewenst: lager dan 5,0 mmol/l
  • sterk verhoogd: boven de 8,0 mmol/l
LDL-cholesterol
LDL-cholesterol is het slechte cholesterol. Hoe lager dit is, hoe beter. De streefwaarden verschillen per persoon. Dit heeft te maken met je risico op hart- en vaatziekten.
  • een LDL-cholesterol onder de 3,0 mmol/l is over het algemeen goed
Voor mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten is de streefwaarde voor LDL-cholesterol lager:
  • lager dan 2,6 mmol/l bij mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten
  • lager dan 1,8 mmol/l bij mensen met hart- en vaatziekten die jonger zijn dan 70 jaar
HDL-cholesterol
Het HDL-cholesterol is het goede cholesterol. Het helpt bij het opruimen van het cholesterol uit het bloed. Er is geen streefwaarde. Maar een hogere waarde geeft mogelijk een lager risico op hart- en vaatziekten. Dit geldt voor HDL-waarden:
  • hoger dan 1,0 mmol/l bij mannen
  • hoger dan 1,2 mmol/l bij vrouwen

Wanneer een verhoogd cholesterol?

Je hebt een verhoogd cholesterolgehalte als je:
  • totaal cholesterol hoger is dan 5 mmol/l óf
  • LDL-gehalte hoger is dan 3,0 mmol/l

Wat zijn de gevolgen van verhoogde cholesterolwaarden

Een teveel aan cholesterol in het bloed kan schadelijk zijn voor de bloedvaten. Hierdoor is de kans op hart- en vaatziekten groter. Er wordt dus naar gestreefd het totale cholesterolgehalte, uitgedrukt in de gangbare eenheden, lager te houden dan 5.
Ligt de waarde tussen de 5 en 6,5 dan zal een aangepast voedingspatroon in veel gevallen voldoende zijn.
Jouw huisarts kan beoordelen of je cholesterolwaarden verantwoord zijn.
De beslissing of iemand cholesterolverlagende medicijnen krijgt hangt niet alleen af van de verhoogde cholesterolwaarde, maar ook van het individuele risico voor het krijgen van een hartinfarct, beroerte of een andere vaataandoening die het gevolg is van slagaderverkalking. Zo'n verhoogd risico ontstaat door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren. Naast cholesterol zijn dit onder andere de leeftijd, roken, hoge bloeddruk, en diabetes mellitus.
Mensen die al een hartinfarct of beroerte hebben doorgemaakt of een andere vaataandoening of diabetes mellitus hebben, worden altijd behandeld met cholesterolverlagende medicijnen (statines).
Bron(nen): Hartstichting Voedingscentrum

Naar begin pagina...